Nieuws

Beleidskader wonen Laarbeek

Het afgelopen decennium is wel gebleken hoe dynamisch de woningmarkt is. Daar komt bij de urgente woningnood die momenteel heerst. Het is daarom belangrijk dat ons woningbeleid in Laarbeek tijdig herzien wordt. Aan de hand van de meest recente woonvisie (2022-2026) is nu het woonbeleid opgesteld. Aan de hand van de kaders die in dit beleidsstuk zijn gesteld kan gericht worden gewerkt aan de uitvoeringsagenda van de woningbouw.

Het beleidskader is met veel zorg opgesteld. We zijn blij met het zeer gedegen woningbehoefte onderzoek wat hieraan ten grondslag ligt. De eerste tekenen hiervan waren al zichtbaar toen we in juni de concept woonvisie doornamen. Van die presentatie kregen we al het gevoel dat de richting in ieder geval goed is, en belangrijk hierbij, goed onderbouwd.

De conclusies uit het woningbehoefte onderzoek strookt met het beeld wat wij als ABL ook hebben op de Laarbeekse woningvoorraad, namelijk een tekort voor ouderen en starters. Dit is natuurlijk ook niet nieuw, in de eerdere woningprogramma’s was dit al tot speerpunt verheven. Met dit gedegen onderzoek voelen we ons gesterkt om hierin verantwoord te durven investeren.  Maar het geeft ons ook onderbouwd duidelijkheid dat wij over het algemeen te dure woningen hebben in de meeste kernen.

We hebben het woningbouwbehoefte onderzoek uitgebreid geanalyseerd waaruit diverse technische vragen zijn voorgekomen. Deze geven ons nog beter inzicht in de gegevens per kern. Belangrijk is voornamelijk op te maken dat de kernen onderling nogal eens kunnen verschillen. Daar moeten we rekening mee gaan houden in de planning waar welke woningen worden gebouwd.

Het woningbouwbeleid gaat voornamelijk uit van het bouwen van levensloopbestendige woningen voor ouderen waarmee automatisch de doorstroming op gang komt en zo, via een keten van verhuizingen, starters weer aan een betaalbare woning komen. We begrijpen die doorstroming heel goed en staan daar ook achter. Maar als deze weg wordt gekozen als beleid, gaat daar veel tijd overheen en gaat het daarmee voorbij aan de acute vraag van veel starters die nu al heel lang een woning zoeken. Daar komt nog bij dat niet iedere kern beschikt over een voldoende ruim aanbod aan betaalbare woningen voor starters.

Als we dit beleid zo doorvoeren, dus niet specifiek bouwen voor starters, dreigen we, met name in Lieshout en Aarle-Rixtel, een complete leeftijdscategorie te verliezen. Dat gaat ten koste van de leefbaarheid in een dorp, bijvoorbeeld verenigingen en scholen die een (tijdelijke) teruggang hebben in bepaalde leeftijdscategorieën.  We zien in het woningbehoefteonderzoek juist een groot onderscheid in Lieshout en Aarle-Rixtel waar een groei van de leeftijdscategorie tot 35 jaar is. Het Laarbeeks gemiddelde geeft juist een daling en daarmee een vertekend beeld.

Met het oog op de beschikbare woningbouwplannen zien we dit in Lieshout al bewerkelijkheid worden omdat daar vrijwel geen enkele starterswoning meer gepland staat.

Naar aanleiding van de commissievergadering van 28 september kunnen nog wijzigingen worden aangebracht in het woningbouwbeleid. Als ABL hebben we de volgende wijzigingen voorgesteld:

  1. De ambitie toevoegen om onze eigen inwoners de kans te geven om te blijven wonen in hun eigen kern. Er staat al een ambitie om te bouwen naar behoefte, maar dit was niet specifiek voor iedere kern. Wij zijn van mening dat mensen zoveel mogelijk in hun eigen kern moeten kunnen blijven wonen. Dit betekent wat voor de planvorming van de bouwprojecten.
  2. Financieel haalbare plannen voor middeldure huur zien wij voornamelijk kansen voor het inzetten van de woningbouwcorporaties om deze te bouwen. Dit zorgt voor meer kans op betaalbare woonruimte op onrendabele plaatsen. Een woningbouwcorporatie heeft immers geen winstoogmerk.
  3. Het vereveningsfonds wordt opgericht om opbrengsten van duurdere huizen in te zetten voor het haalbaar maken van goedkopere huizen. Het fonds is nu uitsluitend gericht op de sociale huurwoningen. Volgens ABL zou dit ook ingezet kunnen worden om betaalbare woningen haalbaar te krijgen in het middeldure huursegement en mogelijk ook in het goedkope koopsegment.

Op onze punten is positief gereageerd door het college en de andere fracties. In de aanloop van de raadsvergadering zal bekeken worden in hoeverre deze punten opgenomen zijn in de beleidsnota en waar nog eventueel aanscherping noodzakelijk is.

Na het vaststellen van de beleidsnota wordt verder gewerkt aan het woningbouwprogramma in de zogenaamde ‘uitvoeringsagenda’. Hier kan gestuurd worden op de invulling van de woningbouwplannen in concrete type woningen.

Meer nieuws